merk
soort
Het plisseerapparaat maakt kleine
plisseer of plooien in dunne tot
normale stoffen.
Plisseerapparaat instellen.
1. Verwijder de naaivoethouder.
2. Vervang de naaldklemschroef door
de langere schroef die bij het
plisseerapparaat hoort.
3. Plaats het plisseerapparaat op
de persvoetstang van de machine met
de vork boven de naaldklemschroef.
Schroef het apparaat op de
persvoetstang met de meegeleverde
vleugelmoer.
4. Stel de machine in op een rechte
steek.
5. Persvoetdruk zonodig verlagen.
6. De stelhendel regelt hoe vaak
het plisseerapparaat moet plooien.
Instellen op 1 betekent een plooi
op elke steek, 6 een plooi op elke
zesde steek of 12 een plooi op elke
twaalfde steek. Instellen op 0
betekent geen plooien, het
plisseerapparaat werkt niet; een
gewone rechte steek is actief.
7. Met de stelschroef kan de
diepte van de plooien worden
ingesteld. Probeer dit eerst uit op
restanten van de te rimpelen stof.
Draai de schroef naar rechts voor
meer en naar links voor minder stof
in de plooi.
8. Steeklengte 2,5-3. Probeer ook
andere steeklengtes uit want ook de
steeklengte bepaalt de diepte van
de plooi. Hoe korter de steek, hoe
korter de afstand tussen de
plooien. De breedte moet altijd 0
zijn voor rechte steek.
Naaien:
1. Leg de te plooien stof in de
geleidesleuf, vervolgens tussen de
twee zwarte plaatjes van het
plisseerapparaat achter de punt van
de naald.
2. Doe de naaivoet omlaag en naai
gelijkmatig.
Plooien maken en tegelijkertijd
vaststikken op gladde stof:
1. Leg de gladde stof met de goede
kant boven, onder het
plisseerapparaat.
2. Leg de te plooien stof met de
goede kant onder, in de
geleidesleuf en tussen de plaatjes
zoals hierboven beschreven.
3. Begin met naaien. De
transporteur verplaatst de gladde
stof wanneer de bovenste stof wordt
geplooid en eraan wordt
vastgenaaid.
plisseer of plooien in dunne tot
normale stoffen.
Plisseerapparaat instellen.
1. Verwijder de naaivoethouder.
2. Vervang de naaldklemschroef door
de langere schroef die bij het
plisseerapparaat hoort.
3. Plaats het plisseerapparaat op
de persvoetstang van de machine met
de vork boven de naaldklemschroef.
Schroef het apparaat op de
persvoetstang met de meegeleverde
vleugelmoer.
4. Stel de machine in op een rechte
steek.
5. Persvoetdruk zonodig verlagen.
6. De stelhendel regelt hoe vaak
het plisseerapparaat moet plooien.
Instellen op 1 betekent een plooi
op elke steek, 6 een plooi op elke
zesde steek of 12 een plooi op elke
twaalfde steek. Instellen op 0
betekent geen plooien, het
plisseerapparaat werkt niet; een
gewone rechte steek is actief.
7. Met de stelschroef kan de
diepte van de plooien worden
ingesteld. Probeer dit eerst uit op
restanten van de te rimpelen stof.
Draai de schroef naar rechts voor
meer en naar links voor minder stof
in de plooi.
8. Steeklengte 2,5-3. Probeer ook
andere steeklengtes uit want ook de
steeklengte bepaalt de diepte van
de plooi. Hoe korter de steek, hoe
korter de afstand tussen de
plooien. De breedte moet altijd 0
zijn voor rechte steek.
Naaien:
1. Leg de te plooien stof in de
geleidesleuf, vervolgens tussen de
twee zwarte plaatjes van het
plisseerapparaat achter de punt van
de naald.
2. Doe de naaivoet omlaag en naai
gelijkmatig.
Plooien maken en tegelijkertijd
vaststikken op gladde stof:
1. Leg de gladde stof met de goede
kant boven, onder het
plisseerapparaat.
2. Leg de te plooien stof met de
goede kant onder, in de
geleidesleuf en tussen de plaatjes
zoals hierboven beschreven.
3. Begin met naaien. De
transporteur verplaatst de gladde
stof wanneer de bovenste stof wordt
geplooid en eraan wordt
vastgenaaid.
Lees verder...
Plisseerapparaat
Art. nr: 920032096
Prijs: € 60,00
Levertijd: 1 tot 2 dagen
Aantal |
Bestellen
Laatst bekeken
Extra